Voor wie?
Voor wie kinderfysiotherapie?
Bij zuigelingen zijn er signalen die kunnen wijzen op motorische problemen. Bijvoorbeeld: achterblijvende ontwikkeling, slappe houding, overstrekken en voorkeurshouding. Ook onrust en veel huilen kunnen een aanwijzing zijn dat er iets aan de hand is.
Kinderen vanaf de peuterleeftijd kunnen als gevolg van een bewegingsprobleem of het onvoldoende beschikken over motorische vaardigheden, problemen hebben om mee te komen met leeftijdsgenoten. Dit kan een reden zijn om de deskundigheid van een kinderfysiotherapeut in te roepen. Ook kan de motorische ontwikkeling anders verlopen waardoor het kind specifieke begeleiding nodig heeft om de ontwikkeling te stimuleren.
[wpcol_1half id=”” class=”” style=””]
Baby’s en dreumesen
(0-2 jaar)
[/wpcol_1half][wpcol_1half_end id=”” class=”” style=””]
O.a. nuttig bij:
- een motorische ontwikkelingsachterstand;
- een voorkeurshouding;
- slaapproblemen;
- een hoge spierspanning (hypertonie);
- overstrekken;
- een lage spierspanning (hypotonie);
- een huilbaby;
- billenschuiven;
- hersenbeschadiging (cerebrale parese);
- een aangeboren afwijking die de motoriek beïnvloedt;
- vroeggeboorte (prematuur);
- problemen met de sensorische informatieverwerking.
[/wpcol_1half_end]
[wpcol_1half id=”” class=”” style=””]
Peuters
(2-4 jaar)
[/wpcol_1half][wpcol_1half_end id=”” class=”” style=””]
O.a. nuttig bij:
- motorische ontwikkelingsachterstand (moeite met grof en/ of fijn motorische vaardigheden);
- houterig bewegen, veel struikelen of onhandigheid;
- tenen lopen;
- vermoeidheidsklachten;
- spierziekte;
- aangeboren afwijking die de motoriek beïnvloedt;
- lage of hoge spierspanning (hypo/hypertonie);
- pijnklachten bij bewegen;
- hersenbeschadiging;
- problemen met de sensorische informatieverwerking;
- orthopedische afwijkingen;
- jeugdreuma.
[/wpcol_1half_end]
[wpcol_1half id=”” class=”” style=””]
Schoolgaand kind
(4-18 jaar)
[/wpcol_1half][wpcol_1half_end id=”” class=”” style=””]
O.a. nuttig bij:
- motorische ontwikkelingsachterstand (moeite met grof en/ of fijn motorische vaardigheden);
- houterig bewegen, veel struikelen of onhandigheid;
- tenen lopen;
- vermoeidheidsklachten;
- onzekerheid op motorisch gebied;
- spierzwakte of spierziekte;
- pijnklachten;
- hersenbeschadiging ;
- problemen met de sensorische informatieverwerking;
- orthopedische afwijkingen;
- overgewicht (obesitas);
- problemen in de schrijfmotoriek (tempo/leesbaarheid/schrijfkramp);
- DCD;
- Orthopedische klachten;
- Ademhalingsproblematiek;
- Jeugdreuma;
- Spanningsklachten;
[/wpcol_1half_end]